Samenvatting
Uitleg over auteursrecht voor zover dat van toepassing is op het onderwijs. Aan bod komen de uitzonderingen voor het onderwijs, de soorten rechten die het auteursrecht omvat en wordt informatie gegeven over plagiaat en portretrecht. Tot slot wordt verwezen naar nuttige informatie die binnen Fontys (Auteursrechten Informatiepunt) en daarbuiten beschikbaar is.
Auteursrecht is het recht van de maker van een werk om als enige te beslissen over de exploitatie van dat werk.
In de wet1) staat:
“Het auteursrecht is het uitsluitend recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld.” (Auteurswet, 1912, § 1, artikel 1).
Het werk waarop men auteursrecht kan hebben moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
Het auteursrecht behelst drie soorten rechten:
In de Auteurswet zijn vele uitzonderingen geregeld. De belangrijkste uitzonderingen in de praktijk zijn:
Voor het gebruik van auteursrechtelijke beschermde werken binnen het onderwijs gelden er andere regels.
De vuistregel is:
Als auteursrechtelijk beschermd werk gebruikt wordt voor onderwijsdoeleinden, vallend in het leerplan en zonder winstoogmerk, dan mag dit onder bepaalde voorwaarden worden gebruikt zonder toestemming. Wel kan een billijke vergoeding zijn verschuldigd.
Fontys betaalt hiervoor elk jaar een bepaald bedrag aan verschillende stichtingen, zodat docenten beperkt gebruik kunnen maken van publicaties voor hun lesmateriaal. Zie het paragraaf 3.2. voor de regels hieromtrent.
Fontys heeft een eigen Auteursrechtinformatiepunt waar docenten en studenten terecht kunnen met hun vragen. Via deze portal kun je informatie opzoeken of vragen stellen en vind je er de in paragraaf 3.2. genoemde vuistregels.
Voor het opnemen van auteursrechtelijk beschermde teksten, afbeeldingen, grafieken etc. zijn bepaalde regels geldig binnen het onderwijs.
Fontys heeft dit stroomschema gemaakt voor het opnemen van auteursrechtelijk beschermde publicaties in onderwijsmateriaal.
Verder heeft het Auteursrechtinformatiepunt van Fontys deze vuistregels voor hergebruik van tekst, beeld en geluid opgesteld. Hierin zijn tevens samengevoegd de eerder gepubliceerde vuistregels voor (digitale) readers2), presentaties en beeld en geluid.
Ook vind je hier de vuistregels - bijvoorbeeld bij het zelf ontwikkelen van leermaterialen - op het gebied van weblectures en linken/embedden.
Degene die over het auteursrecht van een werk beschikt, is de oorspronkelijke maker die het werk gecreëerd heeft. Hierop bestaat een uitzondering in de relatie werkgever - werknemer. In principe beschikt de werkgever over het auteursrecht op werken gecreëerd door de werknemer, indien het vervaardigen van het werk in uitvoering is van zijn functie of ten behoeve van de werkgever.
Fontys heeft dit stroomschema gemaakt om eenvoudig te bepalen wie over het auteursrecht beschikt.
Zie voor meer informatie over auteursrechten in het hoger onderwijs de website van de Coöperatieve Vereniging SURF3).
Artikel 39 van het Fontys Studentenstatuut geeft informatie over auteursrecht en intellectueel eigendom.
Plagiaat is het overnemen van stukken, gedachten, redeneringen van anderen en deze door laten gaan voor eigen werk. Dit betreft inbreuk op het auteursrecht. De schijn van opzet kan weggenomen worden door juiste bronvermelding. De bron kun je op de juiste wijze vermelden door de APA-richtlijnen aan te houden.
Binnen Fontys kan deze plagiaatwijzer geraadpleegd worden.
De fotograaf van een foto heeft als maker van die foto het auteursrecht, maar hij zal rekening moeten houden met het portretrecht van de gefotografeerde.
Binnen het portretrecht wordt onderscheid gemaakt tussen de situatie waarbij er opdracht is gegeven tot het maken van de foto en de situatie waarbij er geen opdracht is gegeven.
Een portret is een afbeelding van een persoon waarbij de persoon herkenbaar is. Het hoeft geen foto te zijn, een tekening, schilderij of karikatuur kan ook een portret zijn.
De geportretteerde mag bezwaar maken tegen het openbaar maken van zijn portret waarvoor hij geen opdracht heeft gegeven. Hiervoor dient hij een redelijk belang aan te kunnen geven, zoals een privacybelang of een commercieel belang. Per geval wordt afgewogen of zijn belang zwaarder weegt dan het belang van degene die het portret publiceert.
Voor het openbaar maken van een portret in opdracht moet er toestemming gevraagd worden van zowel de maker van het portret (i.v.m. auteursrecht) als van de geportretteerde (i.v.m. portretrecht).
Als een fotograaf zijn foto openbaar wil maken, moet hij dus toestemming vragen van de geportretteerde. Andersom hoeft de geportretteerde geen toestemming van de fotograaf te vragen indien hij zijn portret wilt publiceren. Wel dient er altijd toestemming gevraagd te worden aan alle personen die geportretteerd staan op de afbeelding.