Samenvatting
Op deze pagina staan alle codes die bij Fontys ICT gehanteerd worden binnen de verschillende informatiesystemen. De codes worden samengesteld uit afkortingen.
Afkortingen en codes worden gebruikt om diverse objecten in de Fontys ICT informatievoorziening eenduidige namen te geven. Deze pagina is een concrete uitwerking behorende bij de naamgevingsconventie Fontys ICT en gebaseerd op de afkortingen.
Er is een totaaloverzicht van afkortingen en codes.
Klascodes worden binnen Fontys ICT gebruikt in de roosterapplicatie Xedule, het Studenten Volg Systeem (SVS), het Fontysbrede inschrijf- en studievoortgangsysteem Progress.net en in de digitale leeromgeving Canvas.
Het eigenaarschap van de klascodes is belegd bij functioneel beheer van SVS. De bron van de klascodes voor de informatiesystemen is dan ook SVS.
Een klascode is opgebouwd uit de volgende structuur en bestaat maximaal uit acht posities:
Voorbeelden
Minorklas XR Design = XR-M-RB01
Klas ICT & Media Design in Tilburg semester 3 = M3-DB01T
AD business semester 2 = A-B2-01
Onderwijs voor Professionals startsemester eerste klas = O-P01
Startsemester demand based = P-DB01
Startsemester course based = P-CB01
Een student die niet actief deelneemt aan het onderwijs krijgt een parkeerklas: code bevat afkoring “PAR”. In verband met de adviezen in semester 1 en 2 krijgen deze studenten een dubbele klas: reguliere klas en parkeerklas.
Codes voor onderwijseenheden worden binnen Fontys ICT gebruikt in de roosterapplicatie Xedule, het Studenten Volg Systeem (SVS), en in de digitale leeromgeving Canvas.
De code voor de onderwijseenheid is opgebouwd uit de volgende structuur:
Vakcodes zijn de kleinst mogelijke codes voor onderdelen van het semester en hoofdvakken die uniek zijn binnen Fontys ICT.
Onderdelen (voorheen deelvakken) worden als volgt opgebouwd in de CDB (maximaal 7 posities):
Voorbeelden
Mathematics 1 Engelstalig ICT & Business = MATH1
Onderwijs voor Professionals startsemester Information Systems = IS1
Binnen het Learning Management System van Fontys ICT, Canvas, worden diverse courses gemaakt en gepubliceerd t.b.v. het leerproces, het geven van feedback en het beoordelen van studenten. Courses zijn in de regel gekoppeld aan deelvakken/onderdelen, maar soms ook aan een lectoraat of ambitiethema.
Een coursecode voor Canvas wordt opgebouwd met de volgende structuur:
Voorbeelden mastercourse
Onderdeel Machine Learning in semester 7 voor Applied Data Science = AI-A-RB-ML-MC
Onderwijs voor Professionals startsemester Information Systems 1 = O-P-IS-MC
Startsemester Course Based Application Development Advanced = P-CB-ADA-MC
Voorbeelden productiecourse
Onderwijs voor Professionals startsemester Information systems 1 voor klas 2 = O-P-IS02
Uitzondering bij meerdere klassen
Als een productiecourse voor meerdere klassen gebruikt wordt is de suffix → CMK (Courses Meerdere Klassen).
Sommige deelvakken zijn onderverdeeld in studie-onderdelen. Deze studieonderdelen kunnen een eigen Canvascourse hebben.
Opbouw van naamgeving
In Progress beginnen codes altijd beginnen met het instituutsnummer (29). Bij de onderwijseenheid (het hoofdvak van het semester waar EC's bij uitgekeerd worden) wordt ook de afkorting van de Opleidingsvariant opgenomen. In het OER staan de namen van de onderwijseenheden.
De code bestaat uit maximaal 10 posities.
Voorbeeld onderdelen
Associate degree Service Management and Threats in semester 2 = 29SMTH2
De code bestaat uit maximaal 10 posities.
Voorbeelden onderwijseenheid
Onderwijseenheid T profiel, semester 3 Connected event driven systems = 29VPT3B
Stage Digital Publishing = 29VSTDP
Binnen Progress wordt er met pakketten gewerkt. Pakketten bevatten meerdere onderwijseenheden en zijn op dit moment gegroepeerd per fase.
Voorbeelden
Voltijd propedeuse ICT & Business, OER 2016-2017 = 29VPB16
Binnen het Learning Management System van Fontys ICT, Canvas, worden diverse courses gemaakt t.b.v. het leerproces, het geven van feedback en het beoordelen van studenten. Courses zijn in de regel gekoppeld aan deelvakken/onderdelen, maar soms ook aan een lectoraat of ambitiethema.
Sommige courses zijn niet specifiek aan een ouderwijsroute gekoppeld waarbij het ook geen onderwijsmateriaal is dat gekoppeld is aan een OER vakcode. Dan komt de prefix ALG in plaats van de onderwijsroute gevolgd door de afkorting.
Opbouw naamgeving ALG
Voorbeelden
ALG–AUTI–MC
ALG–TAALV–MC
ALG–DELTA
Van specifieke organisatieonderdelen wordt de afkorting gebruikt. Bijvoorbeeld bij lectoraten komt de prefix LECT.
Codes specifiek voor Student Plus en/of Professionele Ontwikkeling beginnen met SP-PO.
Opbouw naamgeving SP-PO
Voorbeelden courses Student Plus - Professionele Ontwikkeling
SP-PO-ASSERT-MC
SP-PO-CREAD-MC
Terms zijn periodes (gebaseerd op de semesters) waarin de productiecourses voor het reguliere onderwijs zitten. Deze terms bepalen wanneer een course beschikbaar wordt, of gearchiveerd wordt.
Opbouw van naamgeving Terms
Voorbeeld Terms
Voorjaarsemester schooljaar 2022-2023 = 2223VJ
De prestatie-indicatoren (PI's) volgen dezelfde hiërarchische structuur als de routes. Sommige prestatie-indicatoren zijn voor al onze studenten hetzelfde (Algemene), de meeste zijn echter gekoppeld aan een route. PI’s (en de bijbehorende rubrics) zijn geordend in de 3 fases van het bacheloronderwijs.
Opbouw naamgeving PI
Voorbeeld PI
Ontwerpen-S2.1
Leervaardigheden-2.1
In Canvas zijn er toetsdossiers ontwikkeld.
Opbouw naamgeving Toetsdossier
Voorbeelden toetsdossiers
Toetsdossier–DP4
Toetsdossier–GD3
Uitzondering bij Deeltijd/OVP
Bij de deeltijdopleiding wordt er gewerkt in trajecten in plaats van semesters. Daardoor wordt er per afstudeerrichting één toetsdossiercourse gemaakt. Bij OVP is er één PLOU per afstudeerrichting. Daarom wordt er ook daar gewerkt in één toetsdossiercourse.
Voorbeelden uitzonderingen toetsdossiers
Toetsdossier – OVPS
Toetsdossier – DTS
In sommige profielen zijn er courses voor semestercoaching.
Opbouw naamgeving semestercoach courses
Sommige studenten en docenten hebben een persoonlijke course.
Opbouw naamgeving Personal course
Voorbeeld personal course
PERS-123456