Samenvatting
Beschreven wordt het proces om toestemming te verlenen aan studenten om te gaan afstuderen in de bacheloropleiding.
Het proces voor het verlenen van toestemming om te kunnen afstuderen kent 3 facetten, die op elkaar inwerken en vragen om een soepel proces.
Voor veel studenten ligt het moment waarop definitief kan worden vastgesteld of al het onderwijs -uitgezonderd het afstuderen- is afgerond zo dicht bij het moment waarop feitelijk gestart mag worden met afstuderen dat het vinden van een afstudeeropdracht zonder studievertraging praktisch onuitvoerbaar is.
Daarom staan we studenten toe eerder te beginnen met het verwerven van een afstudeeropdracht, waarbij ze zelf inschatten of zij te zijner tijd aan de eisen zullen voldoen. Om bedrijven niet te belasten met veel sollicitanten voor afstudeerplaatsen, die uiteindelijk moeten worden afgezegd omdat de student onverwacht toch niet aan de eisen kan voldoen, wordt een impliciete voorlopige toestemming gegeven voorafgaand aan de definitieve. Alle studenten die 180 studiepunten hebben behaald, mogen starten met de voorbereidingen op het afstuderen. Studenten dienen bij sollicitatie bij een bedrijf aan te geven dat het nog niet definitief is dat ze daadwerkelijk mogen afstuderen en duidelijk te maken hoe groot de kans is dat ze daadwerkelijk op het afgesproken tijdstip kunnen starten.
De student mag starten met de voorbereiding op het afstuderen als hij 180 studiepunten behaald heeft en het lopende semester de overige 30 studiepunten zal behalen.
* Peildatum: week 5 van elk semester;