Onderzoek

Samenvatting
Op deze pagina wordt het actuele beleid praktijkgericht onderzoek beschreven. Aan bod komen achtereenvolgens de kenmerken van praktijkgericht onderzoek, de inhoudelijke positionering ervan en tot slot de integratie van onderzoek en onderwijs bij Fontys ICT.

Inleiding: onderzoek bij Fontys ICT

Hogescholen hebben al sinds 1986 de wettelijke taak om praktijkgericht onderzoek te doen. In het Sectorakkoord 2018 stellen OCW en de Vereniging Hogescholen gezamenlijk dat het werk van de hogescholen op het gebied van onderwijs, praktijkgericht onderzoek en impact van cruciale betekenis is voor de versterking van de Nederlandse kennissamenleving en de aanpak van de maatschappelijke uitdagingen. De onderzoeksfunctie van de hogescholen is in ontwikkeling en vindt aansluiting bij regionale, nationale en Europese agenda’s [1].

Fontys ICT heeft bij de implementatie van onderzoek gekozen voor een verregaande integratie van onderzoek en onderwijs. Meer informatie is te vinden over wat praktijkgericht onderzoek is, over de inhoudelijke positionering van het onderzoek, over de integratie onderzoek-onderwijs en hoe dit past in de transitie naar kennisinstelling.

Praktijkgericht onderzoek

“Het hbo staat voor de vorming van waarde(n)volle professionals, draagt bij aan innovatie in de praktijk en vernieuwt daartoe steeds ook haar eigen onderwijs en onderzoeksprocessen in verbinding met de maatschappij en in het bijzonder met de beroepspraktijk.”
(Starre, van der & Bieleman, 2018, p. 7).

Dit onderzoek heeft een aantal specifieke kenmerken [2]:

Impact op de beroepspraktijk

Vragen ontstaan mede vanuit de praktijk. Het proces waarmee de vragen worden opgehaald heet vraagarticulatie: het ophelderen van - vaak latente - vragen uit de beroepspraktijk. Daarbij is onze rol niet passief: wij hebben vaak een kennisvoorsprong op het gebied van ICT technologie en kunnen die pro-actief inzetten om die latente vragen ‘wakker te maken’.

Impact op onderwijs

Beïnvloed door digitalisering zullen beroepen veranderen: digitale vaardigheden worden geïncorporeerd, beroepen verdwijnen, en nieuwe beroepen komen op (Figuur 3). Mede door de verbinding aan de beroepsopleidingen draagt het onderzoek bij aan de transformatie van beroepsprofielen en de vorming van de professional van de toekomst.

Methodisch

Het onderzoek wordt methodisch uitgevoerd. Kenmerken voor het praktijkgericht ICT-onderzoek zijn daarbij:

  • Vraagarticulatie in en met de praktijk en probleemanalyse zijn de basis voor het vormen van een onderzoeksvraag;
  • Voor beantwoording van de vraagstelling wordt gebruik gemaakt – van wetenschappelijke inzichten en good practices uit de praktijk;
  • Het onderzoek is methodologisch verantwoord opgezet, transparant en navolgbaar;
  • De verschillende fasen van het onderzoek worden veelal iteratief – of cyclisch doorlopen;
  • Onderzoeksresultaten worden getoetst op validiteit en betrouwbaarheid;
  • Nieuwe kennis wordt vastgelegd en bij voorkeur gestapeld over een reeks van projecten.

Opbrengsten

Praktijkgericht onderzoek levert concrete resultaten op. Daarbij gaat het meestal om één of meer van de volgende types:

  • Een innovatief systeem, prototype of applicatie;
  • Een innovatieve werkwijze, methode of procesvernieuwing;
  • Nieuwe praktijkkennis over technologie en de toepassing ervan;
  • Kennis over het effect van nieuwe technologie in de beroepspraktijk en de acceptatie ervan;
  • Inzicht in de bruikbaarheid en beperkingen van bestaande theorieën;
  • Bruikbare datasets voor verder onderzoek;
  • Publicaties en presentaties.

Inhoudelijke positionering onderzoek bij Fontys ICT

Onderzoek dat bij Fontys ICT wordt gedaan sluit altijd aan bij één of meerdere onderzoeksagenda’s. Dit is belangrijk, omdat onder de vlaggen van deze agenda’s vaak samenwerkingsverbanden gevormd worden én omdat hier ook onderzoeksmiddelen aan worden toegekend.

De belangrijkste agenda’s1) staan in Figuur 1 weergegeven en worden kort toegelicht. In het algemeen geldt dat de ‘kleinere’ agenda’s goed aansluiten bij de ‘grotere’.

Figuur 1
Belangrijke onderzoeksagenda's voor samenwerking en verwerving van onderzoeksmiddelen.


Bron: Fontys ICT, Mark de Graaf.

Fontys for Society

Fontys heeft voor 6 onderzoeksthema’s gekozen: creative economy, enabling technologies, gezonde en inclusieve samenleving, slimme mobiliteit en toekomst van leren. Onder deze thema’s zijn Centers of Expertise en Kennis Centra opgezet. Hiermee beoogt Fontys de impact te vergroten op de grote maatschappelijke vraagstukken.

Meer informatie is te vinden op de webpagina van Fontys for Society.

Strategische kennisagenda voor Brabant

Met deze agenda brengt de provincie Noord-Brabant focus aan in beleid op onderzoek en innovatie. De digitale transitie speelt hierin een belangrijke rol.

Missies voor de toekomst

Het kabinet heeft 25 missies geformuleerd om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. De missies richten zich op meer gezonde levensjaren, voldoende schoon water en veilig voedsel, minder uitstoot van broeikasgassen, betaalbare duurzame energie en een veilig Nederland om in te wonen en te werken. Ambitieuze doelen die ondernemers en wetenschappers uitdagen tot baanbrekende oplossingen en bijdragen aan de concurrentiekracht van Nederland.

Meer informatie over Missies voor de toekomst.

Horizon Europe

Horizon Europe is het belangrijkste financieringsprogramma van de EU voor onderzoek en innovatie met een budget van 95,5 miljard euro. Het pakt de klimaatverandering aan, helpt de VN-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling te bereiken en stimuleert het concurrentievermogen en de groei van de EU.

Meer informatie over Horizon Europe.

Integratie onderzoek en onderwijs

Fontys ICT heeft gekozen voor een verregaande integratie van onderwijs en onderzoek.

OPEN UP ambitie

Binnen de Fontys visie op leren is al langer sprake van een verbinding tussen onderwijs en onderzoek “Leren is samen kennis en vaardigheden opdoen, onderzoeken en ervaren“ [3]. Dit wordt binnen Fontys ICT o.m. ingevuld met betekenisvol projectgestuurd onderwijs waarbij de student centraal staat. Tijdens het eerste ambitieplan (2013-2016) van Fontys ICT werd er bijzondere aandacht besteed aan de verdere ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden van studenten en docenten. Aansluitend werd in het daaropvolgende Ambitieplan 2018-2023 OPEN UP gericht op de doorontwikkeling tot kennisinstituut, vanuit het Research & Development (R&D) ambitiethema de focus gelegd op de verbinding van onderwijs en praktijkgericht onderzoek. Het R&D team heeft vervolgens gedurende de looptijd van het ambitieplan met wisselende samenstellingen gewerkt aan de definiëring, visie en implementatie uitgangspunten voor die integratie. De belangrijkste worden hier toegelicht.

Positionering onderzoeksthema’s van Fontys ICT

Om een vertaalslag te maken van de nationale, regionale en Fontys kennisagenda, visie en missie werd, met behulp van het Enable-Create-Position (ECP) model [4], werd praktijkgericht onderzoek bij Fontys ICT gepositioneerd op basis van enabling technologies. Daarbij werden zes, bij de lectoraten passende thema’s gekozen die regelmatig worden bijgesteld op basis van actuele ontwikkelingen en nieuwe inzichten of nieuw beleid.
Er is bewust gekozen voor brede definities zodat er binnen de thema’s verschuiving kan plaatsvinden zonder dat er thema’s toegevoegd of veranderd hoeven te worden. Voor de looptijd van het OPEN UP ambitieplan zijn de thema’s volledig maar met het oog op het groeiend aantal lectoraten en een nieuw ambitieplan ligt het voor de hand dat ze in de nabije toekomst bijgesteld zullen worden. De huidige lectoraten zijn met meerdere thema’s tegelijk verbonden zodat samenwerking tussen kenniskringen in de thema’s verankerd ligt.

Fontys ICT onderzoeksthema’s binnen de looptijd van het ambitieplan (2018-2023):

  • AI
  • Data and Software services
  • Human Capital
  • Applied Games
  • Robotics
  • Digital Communities

De praktische uitvoering van onderzoeksprojecten binnen Fontys ICT wordt gefaciliteerd m.b.v. labs. Dit zijn voor een specifiek onderzoeksdoel, technologie of onderzoeksmethode ingerichte werkruimtes die samen een InnovationHub vormen. De InnovationHubs bevinden zich in Eindhoven (strijpTQ locatie) en Tilburg (MindLabs locatie).

Paradigma - de definitie van praktijkgericht onderzoek binnen Fontys ICT

Voor het praktijkgericht onderzoek binnen Fontys ICT vormen de definitie van Andriessen [5]: “Onderzoek is het methodisch beantwoorden van vragen dat leidt tot relevante kennis“ (Andriessen, 2014, p. 30) bij het maken van beroepsproducten en de regulatieve cyclus van het ontwerpgericht onderzoek de basis.
Binnen het ontwerpgericht onderzoek wordt de regulatieve cyclus gebruikt om het proces van onderzoek te sturen. De fases binnen de cyclus worden aangeduid met een label die domein afhankelijk is. Voor het ICT-domein zijn de labels (probleem)analyse, ontwerp, realisatie en evaluatie, zoals weergegeven in Figuur 2, algemeen gebruikelijk.

Figuur 2
De regulatieve cyclus met de voor het ICT-domein kenmerkende labels (Problem) Analysis, Design, Realisation, Evaluation (Eng.).


Bron: Fontys ICT, Tom Langhorst.

De analyse kenmerkt zich door het verzamelen van relevante, beschikbare informatie en wordt geïnitieerd door een bijzondere analyse: de analyse van het probleem of de kans. Dit wordt de probleemanalyse genoemd. De probleem- of kansdefinitie werkt dan als een filter om naar de beschikbare informatie te kijken. Gefilterde, relevante informatie wordt verwerkt in een ontwerp. Een ontwerp, mits methodisch tot stand gekomen en daarmee voldoende onderbouwd, heeft een voorspellende waarde. Met andere woorden, het paradigma van ontwerpgericht onderzoek rust op het belang van een ontwerp om op een effectieve manier tot een realisatie of interventie te komen. De realisatie van het ontwerp is dan ook de volgende fase waarna de realisatie wordt getoetst tijdens de evaluatie. Tijdens een evaluatie wordt gekeken in hoeverre het ontwerp is gerealiseerd en in hoeverre het probleem is opgelost met behulp van de realisatie.

Regulatieve cyclus en de chronologie van de fasering

Ondanks het feit dat de regulatieve cyclus wordt voorgesteld als een opeenvolging van fases is het zeker niet zo dat die volgorde altijd strikt chronologisch verloopt. De probleemanalyse werpt meestal al een blik vooruit om tot een goede focus en scope te kunnen komen van het probleem of de kans. Fases kunnen ook later door elkaar heenlopen gedurende het praktijkgericht onderzoeksproces. Een iteratieve manier van werken betekent meestal dat de regulatieve cyclus meerdere malen wordt doorlopen. Echter hoeft dit in de praktijk niet altijd te betekenen dat daarin alle fases worden meegenomen. Met andere woorden, de cyclus kan in een concrete projectuitvoering vaak veel dynamischer verlopen dan de cyclus doet vermoeden.

Knowledge gap – innovatie en de positie van HBO onderzoek

Uit macro cijfers van de Europese Commissie (2005) 2) blijkt dat Nederland relatief hoog scoort als het gaat over wetenschappelijke publicaties maar relatief laag als het gaat over de omzet gerealiseerd met behulp van nieuwe producten en het percentage Midden en Kleine Bedrijven (MKB) dat in huis innoveert [6]. Dit fenomeen wordt aangeduid als de ‘Knowledge gap’. Praktijkgericht onderzoek op het HBO kan hier een helpende hand bieden omdat het zich richt op innovaties waarbij een product dichter naar de markt wordt gebracht. Dit wordt uitgedrukt in Technology Readiness Levels (zie Figuur 3) waarbij praktijkgericht onderzoek zich met name richt op de niveau’s 4 t/m 8 en daarbij de brug slaat tussen het fundamentele onderzoek en de marktintroductie van innovatieve producten.

Figuur 3
De 10 niveaus in Technology Readiness met daarbinnen de positionering van het praktijkgericht onderzoek dat daarmee een belangrijke schakel vormt om de knowledge gap te overbruggen.


Bron: Cloudwatch2 Project.

De tools en modellen voor onderzoek (key enabling methodologies)

Om tot een verdere operationalisering van het ontwerpgericht onderzoek te komen en handvaten aan te reiken waarmee de opbrengst en kwaliteit kan worden beschreven, gemeten en georganiseerd, zijn er tools ontwikkeld of doorontwikkeld:

Het vier dimensies model voor de kwaliteit van praktijkgericht onderzoek
Het Vier dimensies model is ontwikkeld om de kwaliteit van praktijkgericht onderzoek te beschrijven in vier kenmerken. Het model sluit aan bij de regulatieve cyclus en voorziet voor iedere dimensie in een praktische toolset voor onderzoek en onderwijs.

Het DOT framework
Het DOT framework, door de HAN ontwikkeld, werd al tijdens het eerste ambitieplan door Fontys ICT geadopteerd om de onderzoeksvaardigheden te vergroten. Daarna bleef het framework een leidende rol spelen als het gaat over de degelijkheidsdimensie van het vier dimensies model. Tijdens de periode van het OPEN UP-ambitieplan werden er verschillende toevoegingen gedaan aan het DOT framework zoals de ontwikkeling van nieuwe methodekaartjes (sets) voor Machine Learning en de beschrijving van de Research Design Patterns.

Vertaling naar onderwijs leervorm

De uitgangspunten voor praktijkgericht onderzoek zijn vertaald in de leervorm Research Based Learning (RBL) die wordt gebruikt voor het onderwijs vanaf het vierde semester. Op die manier maakt de student niet alleen kennis met de theoretische uitgangspunten van praktijkgericht onderzoek in de vorm van professionele vaardigheden (onderzoekend probleemoplossen) maar wordt de student onderdeel van de op onderzoekgerichte omgeving en cultuur van het ICT innovatie lab in Eindhoven en Tilburg. Die innovatie labs zijn ontwikkeld samen met het InnoHubs ambitiethema waarin onderzoeksprojecten van lectoraten en studentprojecten elkaar kunnen aanvullen en inspireren. Zodoende is ook de mogelijkheid tot samenwerking met partners en co-creatie in shared learning teams ontstaan die werden geïnitieerd door het ambitiethema Knowledge transfer.

Door- en langlopende onderzoeksprojecten

Binnen het onderwijs nemen door- en langlopende projecten een bijzondere plaats in. Dit zijn projecten die bij een semester wisseling of worden doorontwikkeld binnen de nieuwe uitvoering van datzelfde semester (verdieping) of worden doorgegeven aan een ander semester voor verdere uitwerking (verbreding). Zo kan een project waarvan de complexiteit te groot is om te kunnen uitvoeren binnen één semester worden verdiept met behulp van iteraties binnen hetzelfde semester in een nieuwe uitvoering. Verbreding ontstaat wanneer een project dat begint als de ontwikkeling van een Machine Learning-algoritme daarna in een advanced software-semester wordt uitgewerkt tot een schaalbare applicatie en daarna in een semester gericht op I4.0 wordt doorontwikkeld in de richting van internet of things (IoT). Door- en langlopende projecten kunnen daardoor een bijdrage leveren aan de duurzame kenniscreatie en hebben daarom een grote verbinding met de dimensies transferability en valorisatie van het vier dimensies model.

Verder dragen door- en langlopende projecten bij aan de vakinhoudelijke ontwikkeling van studenten als het gaat om het ontwikkelen van vaardigheden om naast Greenfield ook Brownfield [7] te kunnen ontwikkelen. Bij Greenfieldontwikkeling wordt een project vanaf de grond (from scratch) opgebouwd terwijl bij Brownfieldontwikkeling een project voortbouwt op een bestaande versie van dat project. Brownfieldontwikkeling is een veel voorkomende situatie binnen het werkveld van software development waarop de student met deze projecten wordt voorbereid. Met andere woorden, door- en langlopende projecten helpen de complexe context te creëren die past bij niveau 3 en 4 van de HBO-i domeinbeschrijving .

Hoewel Brownfieldontwikkeling de natuurlijke context is binnen het werkveld vraagt het om de bijzondere didactische aandacht en setting die in de Research Based Learning leervorm wordt voorzien. Ook een infrastructuur die projectmanagement en experimenten voor door- en langlopende projecten ondersteunt is van groot belang en iets dat door het ambitiethema Digital Excellence (DeX) wordt uitgewerkt. Tot slot rust succesvolle Brownfield-ontwikkeling sterk op het gevoel van eigenaarschap bij de student, de betrokken docent-onderzoeker(s) en onderzoeksgroepen (lectoraten of consortia). Op die manier dragen deze projecten bij aan de onderzoekscultuur.

Vertaling naar professional skill Onderzoekend Probleemoplossen

Er is een leerlijn opgesteld voor de professionele vaardigheid onderzoekend probleemoplossen die een doorvertaling is van de HBO-i domeinbeschrijving waarbij het DOT framework en andere tools uit het vier dimensies model concreet worden uitgezet over de vier niveaus van de opleiding (Propedeuse, Associate degree, Bachelor en Master).

Vertaling naar professionalisering

Fontys ICT kent een traditie als het gaat over de ondersteuning van haar medewerkers bij hun professionele ontwikkeling op het gebied van praktijkgericht onderzoek. Vanuit de transformatie naar kennisinstituut is dit professionaliseringstraject herontworpen zodat het betekenisvoller wordt voor medewerkers en beter aansluit bij de behoeften van de onderzoekstakeholders. Deze verandering bevindt zich momenteel in de pilot fase.

Het belangrijkste verschil met de professionalisering tot dusver, is de authentieke context waarbinnen de medewerker zijn of haar portfolio opbouwt met praktijkgericht onderzoek gerelateerde activiteiten. De nieuwe opzet impliceert een meer op 'peers' gerichte aanpak met begeleiding door collega's die de medewerker kunnen coachen. In de meeste gevallen resulteert dit in een langer traject om te werken aan de MKO-leeruitkomsten (zie Tabel 1) maar wel op een betekenisvolle en in het dagelijks werk geïntegreerde manier.

Tabel 1
MKO-leeruitkomsten voor professionalisering medewerkers. Toelichting: LO= Learning Outcome.
MKO-leeruitkomsten voor professionalisering medewerkers
LO 1 Je bent in staat studenten te begeleiden en te beoordelen bij het onderzoekend probleemoplossen zoals omschreven in de leerlijn voor professionele ontwikkeling bij onderzoekend probleemoplossen.
LO 2 Je bent in staat om praktijkgericht onderzoek uit te voeren op tenminste bachelor niveau (3) zoals omschreven in de leerlijn voor professionele ontwikkeling bij onderzoekend probleemoplossen.
LO 3a Je hebt kennis van en enige ervaring met het managen van een praktijkgericht onderzoeksproject waaraan studenten, collega-onderzoekers en partners deelnemen.
LO 3b Je hebt kennis van het initiëren van nieuwe praktijkgericht onderzoeksprojecten, bij voorkeur volgens richtlijnen van subsidie organisaties (zoals SIA, RAAK, NWA e.d.).

Vertaling naar de organisatie

De ambitie om tot kennisinstituut uit te groeien loopt binnen Fontys ICT parallel met een schaalvergroting en transitie naar een hoge mate van integratie van praktijkgericht onderzoek in het onderwijs (RBL) gericht op valorisatie en duurzame kenniscreatie en vraagt daarom om aanpassingen op organisatorisch vlak.
Deze organisatorische aanpassingen zijn volop in beweging waarbij de mogelijkheden van het werken met Communities of Practice, het aanpassen van het functiehuis en het definiëren en uitwerken van rollen gebaseerd op de Fontys rollen [8] verkend worden. Op dit moment (studiejaar voorjaar 2023) is de rol van Research Program Manager de meest zichtbare organisatorische aanpassing. Deze rol ondersteunt de verbinding van lectoraatsprojecten met het Partners in Innovation- en Partners in Educationprogramma en de studentprojecten binnen de semesters en interne stages of afstudeerprojecten.

Referenties

  1. Cloosterman, E, Gielen, M, Toren, J. van den e.a. (2019). De stand van Praktijkgericht Onderzoek in Nederland: de opkomst en positionering van praktijkgericht onderzoek. Driebergen: Birch. In samenwerking met Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA, Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, Vereniging Hogescholen. Geraadpleegd van https://www.vereniginghogescholen.nl/system/knowledge_base/attachments/files/000/001/078/original/Birch-Stand_van_zaken_PraktijkOndrzk-ppag.pdf?1572864227.
  2. Starre, B. van der & Bieleman, O. [Red.] (2018). Agenda Praktijkgericht ICT-onderzoek 2018-2021. Driebergen: Birch. In opdracht van: Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA. Opgevraagd van https://www.hbo-i.nl/wp-content/uploads/2018/05/AgendaPraktijkgerichtICT-onderzoek.pdf.
  3. Wij zijn Fontys, kritische zelfreflectie – hoofdstuk 4.1 visie en beleid. Geraadpleegd van http://wijzijnfontys.nl/chapter/4-1-standaard-1-visie-en-beleid/.
  4. Gardien, P., Rincker, M. and Deckers, E. (2015) . Innovating Innovation: Introducing Rapid Co-Creation Approach to Facilitate Breakthrough Innovation. Procedings of the 11th European Academy of Design Conference. Paris (22-24 2015).
  5. Arnoldus, M. (2006). Onderzoek en Innovatie, Discussiepaper | kenniseconomie monitor 2006. Uitgave van de Stichting Nederland Kennisland, Amsterdam.
  6. Brownfield vs. Greenfield Development: What’s the Difference in Software? Geraadpleegd van https://synoptek.com/insights/it-blogs/greenfield-vs-brownfield-software-development/.
  7. Fontys (z.d.). Ik wil meer weten over de Fontysrollen. Geraadpleegd op 6 april 2023, van https://www-fontyshub.gxcloud.net/Ontwikkel-jezelf/Fontysrollen.htm.
1)
Dit overzicht is niet compleet. Zo hebben bijvoorbeeld ook veel gemeentes, organisaties als SURF, PICA, NBIP, Naturalis, enzovoort, eigen onderzoeks- en innovatie-agenda’s. Deze bieden ook kansen op samenwerking en financiering. Het voert te ver om al deze agenda’s hier te beschrijven.
2)
Zie ook hierboven onder paragraaf Horizon Europe, Meer informatie.